Het komt regelmatig voor dat een baby een voorkeurshouding heeft. Het kind ligt bijvoorbeeld graag met het hoofd naar rechts gedraaid. Een ernstige voorkeurshouding kan leiden tot een scheef afgeplatte schedel. Dit noemt men een Plagiocephalie.
Ook kan het achterhoofd van het kind afgeplat raken. Dit noemt men een Brachycephalie.
Plagiocephalometrie is een meetinstrument om de mate van scheefheid van het hoofdje objectief vast te stellen.
Met behulp van de meting kan worden vastgesteld of er sprake is van een scheve dan wel platte schedel, maar ook vooruitgang of eventuele achteruitgang kan door meting worden vastgelegd.
Wanneer is het zinvol om te meten?
Zodra u merkt dat uw baby een voorkeurshouding ontwikkelt is het zinvol dit te melden bij uw arts of op het Consultatie Bureau. Zij kunnen u adviezen geven die kunnen helpen de voorkeurshouding te doorbreken. Als de voorkeurshouding niet te doorbreken is of als de adviezen niet helpen, is kinderfysiotherapeutische behandeling zinvol.
Meting van de afplatting is zinvol bij aanvang van de behandeling. (liefst zo jong mogelijk, leeftijd 2-3 maanden). Vervolgmeting kan eventueel bij 5 – 6 maanden om het effect van de behandeling te evalueren.